Promoveren terwijl je een vaste baan hebt bij een commercieel bedrijf. Dat lijkt niet eenvoudig. Toch kreeg Maarten Keuten (48), zwembadtechnoloog en werkzaam bij Hellebrekers Technieken, het voor elkaar. Hij promoveerde afgelopen week aan de TU Delft op alternatieve desinfectie van zwembaden: het blijkt dat gezond zwemmen zonder chloor mogelijk is. Maarten hoopt snel vervolgonderzoek te kunnen starten.

Maarten Keuten

Wat is je achtergrond?

“Na de havo en een studie landschapsarchitectuur heb ik civiele techniek gestudeerd bij de TU Delft. Ik kwam in aanraking met het watervak. Via het ministerie van VROM deed ik mee aan een afstudeerproject naar chloroform in drinkwater. Tijdens het project werd ik benaderd door Hellebrekers technieken, of ik wilde werken in de zwembadtechniek? Vlak voor mijn afstuderen in 1996 had ik al een baan.”

“Ik heb allerlei klussen gedaan, onder andere troubleshooting in de zwembad techniek. Ook onderzocht ik de legionella-problematiek. Na een aantal jaar wilde ik wat anders, meer de onderzoekskant op. Ik heb een onderzoeksvoorstel geschreven. Een hele klus. Ik vroeg mij af of het mogelijk is om zwembaden te desinfecteren zonder chloor, om zo irriterende reacties aan ogen, luchtwegen en op de huid te voorkomen. Er kwamen subsidies van Economische Zaken en van de Europese Unie. Toen kon ik aan de slag met ‘het zwembad van de toekomst’.”

Heb je fulltime onderzoek gedaan?

“De eerste vijf jaar, van 2009 tot 2014, heb ik er fulltime aan gewerkt bij de TU Delft. Ik bleef in dienst bij Hellebrekers, dat was gemakkelijker. In salaris ging ik wel een stapje terug. Vanaf 2014 ben ik weer fulltime gaan werken bij Hellebrekers. In de avonduren en tijdens verlof heb ik de data uitgewerkt en mijn proefschrift geschreven. Collega’s en mijn gezin hielden gelukkig rekening met mij. Ik heb de afgelopen vier jaar nauwelijks echte vrije tijd gehad. Zonder steun van mijn partner was dit mij niet gelukt.”

Proefinstallatie zwembad van de toekomst bij TU Delft

Hoe zag het onderzoek eruit?

“Ik begon met experimenten om te het bepalen hoeveel vuil en zweet in het water komt. Daarbij heb ik veel studenten ingezet. Ik startte met een douchecabine in het lab, later met dertig proefpersonen in een doucheruimte in een zwembad. Vervolgens onderzocht ik met behulp van triatleten hoeveel zweet mensen produceren onder water. Toen ik wist hoeveel vuil er in het systeem kwam, keek ik naar de alternatieven voor chloor.

“Ik kwam uit op een UV-lamp voor verwijdering van virussen en bacteriën en een ultrafiltratiemembraan, voor virussen, bacteriën en kleine deeltjes. Zweet is te verwijderen met een biologisch zandfilter, dat ook gaat biofilmvorming (glibberige laag bacteriën) tegengaat. De proefinstallatie werkte bij een watertemperatuur van 30 graden: de bacteriologische kwaliteit en biofilm bleef onder controle, we zuiverden 1 kuub water per uur.”

Je ontdekte dat het gedrag van zwemmers van grote invloed is op de kwaliteit van het zwembadwater…

“Toiletgebruik en douchen vooraf vermindert de vervuiling in het zwembad met circa 30 procent, en daarmee ook de kans op het ontstaan van irriterende stoffen door reactie met chloor. In de tweede onderzoeksfase hield ik mij bezig met gedragsaspecten, maar gedragsverandering is niet mijn vakgebied. Daarom heb ik samengewerkt met afstudeerders communicatie aan de Universiteit Twente, die heel enthousiast aan de slag gingen. Veel gegevens staan niet in mijn proefschrift, maar ik wil er nog wel over publiceren. Ik heb zelf ook veel van het gedragsonderzoek geleerd.”

“Wat blijkt? Als er sociale controle is, gaan mensen vaker vooraf douchen en plassen minder in het water. Zelfs een afbeelding ophangen met een paar ogen heeft al invloed. Ook brachten we de looproute van zwemmers in beeld: als mensen hun tas meenemen en naast het zwembad neerzetten, gaan ze niet terug om alsnog te douchen. Een tafel plaatsen bij de douches met de melding: “zet hier uw tas neer, terwijl u daar doucht”, hielp ook. ”

Zwemmen zonder rode ogen? Foto: Rufino Uribe — https://www.flickr.com

Wat is het vervolg van je onderzoek?

“Ik wil graag op volledige schaal — dus in het zwembad zelf — dit nieuwe concept testen. Daarvoor moet een consortium worden opgericht. Er zijn al geïnteresseerde partijen. Ook TU Delft wil betrokken blijven.”

Wordt er wat met je aanbevelingen gedaan?

“Ik publiceer in bladen over zwembadtechniek en vertel over mijn onderzoek tijdens symposia en bijeenkomsten voor zwembadpersoneel. Ik merkt dat de zwembadwereld de uitkomsten oppakt. Ook buitenlandse universiteiten tonen belangstelling. Daarnaast heb ik een lespakket gemaakt voor scholen. Het is ontzettend leuk om deze kennis te delen.”

“Nu doe ik weer mijn oude werk. Een uitdaging daarin is de nieuwe regelgeving voor zwembaden die straks in de omgevingswet komt. De regelgeving is deels voorbereid op alternatieve desinfectie, die ik in mijn project heb onderzocht.”

Hoe is het om vanuit een bedrijf een promotieonderzoek te doen?

“De link tussen het mkb en TU Delft is goed bevallen, ook TU Delft is gelukkig met dit onderzoek. Het mkb heeft veel specifieke kennis. Die is niet altijd toegankelijk, omdat veel bedrijven zich juist op basis van die kennis onderscheiden.”

“Verder hoop ik dat we de kosten van het onderzoek waar alle zwembaden wat aan hebben, meer kunnen verdelen over andere partijen. Vanuit Hellebrekers delen we veel kennis kosteloos. Bovendien is het moeilijk om subsidie te krijgen. De ontwikkelingen gaan soms zo snel, dat ze niet passen in het tijdspad van de subsidieverstrekkers of er wordt aangegeven dat het onderzoek niet innovatief genoeg zou zijn. Ik denk dat meer mkb-bedrijven hier last van hebben.”

Meer info over het onderzoek.


Maarten onderzocht het ‘zwembad van de toekomst’ was originally published in Water, wereldwerk! on Medium, where people are continuing the conversation by highlighting and responding to this story.