Doe je het goed, dan hoor je niks. Laat je een steekje vallen, dan staat zomaar je bestaansrecht ter discussie. De vloek van het waterschapswerk noem ik het: belangrijk werk dat door zoveel Nederlanders als vanzelfsprekend wordt ervaren. Toch (of misschien juist daarom) ervaar ik een gevoel van trots als er op een verjaardagsfeestje wordt gevraagd naar mijn werk.
Ik vertel er maar wat graag over. Daarentegen begin ik uit mijzelf nooit een gesprek met ‘Hé weet je, ik werk bij een waterschap!’ Wat dat betreft voel ik me — met enkel twee jaar werkervaring — al een echte waterschapper: ik ben onwijs trots op mijn werk, maar wil bescheiden blijven omdat droge voeten vanzelfsprekend moeten zijn voor iedereen. Je doet immers ‘gewoon’ wat je moet doen. En ook al doet het onderwerp dijkdoorbraak het goed in bijvoorbeeld een tv-serie of documentaire, aantonen wat er mis kan gaan als jij je werk niet doet, is al snel bangmakerij… (vooral tijdens waterschapsverkiezingen).
Wat is dan het verschil tussen het waterschapswerk en bijvoorbeeld dat van de brandweer of politie? Waarom is hun bestaansrecht nooit onderwerp van discussie? Simpel: reactief werk is meetbaar (een gebluste brand of een opgepakte crimineel), van preventief werk weet je nooit helemaal zeker of het iets heeft voorkomen. En laat Hollands watermanagement nou net zo in elkaar steken: hoofdzakelijk preventief. Dat maakt het waterschapswerk ontastbaar, dat maakt droge voeten vanzelfsprekend, en dat maakt onbekend en daarmee (helaas) onbemind. Dan komt soms die vraag over het bestaansrecht weer naar boven, worden waterschappers huiverig voor hun baan en wordt er nóg harder gewerkt om een watersnoodramp te voorkomen (preventie x1.000 dus). Een cirkelredenatie die voor mij de vloek van het waterschapswerk omschrijft.
Stiekem vind ik dit alles wel wat hebben. Het lijkt waterschappers scherp te houden en het creëert een sterk gevoel van verbondenheid onderling. Het maakt dat ik mij als jonkie wil onderdompelen in dit enorme kennisbassin en erin wil leren zwemmen (ook tegen de stroom in). Het zorgt ervoor dat het oude, grijze imago van de waterschappen mij niet afschrikt maar juist intrigeert.
Ik voel me als waterschapper soms zo iemand met CREW achterop zijn rug. Volledig gehuld in zwarte kleding en met een communicatiezender in mijn oor, regel ik samen met mijn collega’s dat de voorstelling elke dag weer kan aanvangen. Als waterschapper werk ik achter de schermen. Met het Nederlandse landschap als toneel werk ik continu aan de planken waarop het allemaal gebeurt. Onzichtbaar doch onmisbaar. Laat mij dus maar rondlopen met WATERSCHAP op mijn rug, dan voelt die vloek voor
mij als een zegen.
Floor van der Heijden
Beleidsadviseur gebiedsontwikkeling bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Deze column verscheen eerder op Binnenlands Bestuur en in het jaarboek JONG en ambtenaar 2018.
Meer informatie over werken Waterwereldwerk
Column Floor van der Heijden: De vloek van het waterschapswerk was originally published in Water, wereldwerk! on Medium, where people are continuing the conversation by highlighting and responding to this story.