De aflevering van EenVandaag van 31 januari 2017 over de impact van een versnelde zeespiegelstijging voor Nederland vormde een reden voor Kamerleden om een dertigledendebat aan te vragen om zo opheldering te krijgen van de minister over de mogelijke consequenties.

Aanleiding voor de EenVandaag-uitzending zijn de recente ontwikkelingen rond de stijging van de zeespiegel en vooral de voorspellingen die nu een totale stijging van meer dan 1 meter aangeven voor het jaar 2100. Volgens experts zijn de Deltawerken zelf maar berekend op een maximale stijging van zo’n 40 cm, wat vragen oproept hoe we dit gat gaan dichten en wat de staat van de Nederlandse beschermingslinie nu eigenlijk is. Daarnaast zijn de meest extreme voorspellingen nu al weer een veelvoud hoger dan gecommuniceerd in het IPCC-rapport van 2013, een toonaangevende studie over de kennis en stand van zaken van klimaatverandering. Hoe kan het dat we in vier jaar tijd tot waarden komen die bijna driemaal zo hoog zijn?

Een sterke stijging van de zeespiegel zal onder andere betekenen dat stormvloedkeringen zoals de Maeslantkering vaker dicht zullen gaan in de toekomst.

Nog snellere stijging door smelten ijs

Om te beginnen is de term versnelde zeespiegel misleidend, want de zeespiegel is al in een versnellende fase. Waar er in de 20ste eeuw nog maar 2 mm/jaar werd gemeten, zien satellieten nu al stijgingen in de orde van 3.4 mm/jaar, een versnelling dus. Waar op gedoeld wordt is een extreme stijging van de zeespiegel. Deze stijging is vooral te wijten aan de hoeveelheid ijs die van het vaste land in de oceanen terecht komt en zich uitspreidt over de aarde.

Verschillen tussen studies hebben vooral te maken met het reageren van Antarctica op een stijging van de temperatuur. Deze component is verreweg het meest onzeker in alle voorspellingen. Het is meestal op dit punt waar studies van elkaar afwijken. Ten tijde van het verschijnen van het IPCC-rapport was de kennis over Antarctica niet toereikend om duidelijk te voorspellen hoe dit gebied zal reageren. Daarom is toen gekozen om de actuele trends met een zekere marge door te vertalen naar de toekomst.

Voorbeeld van een extreem scenario voor zeespiegel stijging. Rood is de voorspelling van het IPCC (mediaan 73 cm), waar blauw het extreme scenario (mediaan 184 cm) aangeeft onder de aanname van het afbreken van Antarctica volgens de study van DeConte and Pollard (2016). Waarden zijn voor het jaar 2100 onder het meeste extreme emmissie scenario, RCP8.5

‘Als het eenmaal begint is er geen stoppen meer aan’

In de jaren hierna is veel onderzoek gedaan naar de mogelijke reactiepatronen van de ijskap en komen onderzoekers steeds meer tot de conclusie dat het wel eens sneller kan gaan dan we verwacht hadden. Dit komt vooral omdat er een aantal ‘feedback mechanismen’ zijn die een grote invloed hebben op de hoeveelheid ijs die smelt en afbrokkelt. Zo’n feedback mechanisme houdt in dat als er een bepaalde temperatuur bereikt wordt, dit leidt tot meer smelting en afbrokkeling, wat dit proces weer versterkt; als het eenmaal begint is er geen stoppen meer aan. Het beroemdste artikel over dit onderwerp is gepubliceerd bij DeConte en Pollard (2016) en deze studie vormt ook de basis voor de hogere voorspellingen zoals door het KNMI berekend (zie figuur). De gemiddelde waarde voor het jaar 2100 onder het meest extreme scenario voor emissie/temperatuur stijging (RCP8.5) laat waarden zien in de orde van 2.0 m, waar die nog maar 0.78 cm bedroeg in het IPCC-rapport.

Voorkomen is beter

D66-Kamerlid Sienot, initiator van het debat, vroeg daarom terecht in hoeverre het huidige beleid en de adaptatiestrategie nog toereikend zijn bij deze voorspellingen. Hij benadrukte dat Nederland altijd een unieke en vooruitstrevende rol heeft gespeeld op het gebied van waterbeheer en waterhuishouding en wil graag deze proactieve houding behouden. Dat zal betekenen dat we zowel binnen als buiten de dijken een stapje extra moeten doen.

Pvda-Kamerlid Wassenberg voegde hieraan toe dat ‘voorkomen beter is dan het probleem achteraf oplossen’. Ook zei hij dat we moeten focussen op het verkrijgen van tussentijdse inzichten om adequaat te kunnen reageren. Eveneens reflecteerde hij kritisch op deze ontwikkelingen: “Zal een vier maal hogere stijging van de zeespiegel ook vier maal hogere kosten met zich meebrengen?” Andere Kamerleden kwamen met hetzelfde argument: maak de gevolgen van zulke extreme scenario’s kwantitatief om te laten zien hoe we dit zowel technische als financieel gaan oplossen. Ook werd de vraag gesteld wat dit zal betekenen voor de eilanden in Caribische Ze. “Nederland heeft een morele verplichting om deze eilanden te helpen om zich te wapenen tegen het opkomende water.”

Niet goed te meten

Minister van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat reageerde correct en goed geïnformeerd op vragen vanuit de Kamer. Zij houdt, samen met haar ministerie, de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten om vroegtijdig te kunnen reageren. Zij erkent dat “geen een wetenschapper precies weet hoe de toekomst eruit komt te zien” en dat er “consensus moet ontstaan over welke getallen wij uiteindelijk moeten overnemen”. Het IPCC en het KNMI komen beide met aangepaste voorspellingen. Ook zal in het nieuwe Deltaprogramma in 2019 een nieuw beeld schetsen over hoe Nederland zal reageren. De Deltacommissaris heeft benadrukt dat het huidige beleid in ieder geval nog toereikend is tot 2050 en dat monitoring nodig is om het beleid hierna in te vullen en te sturen. Dit zal lastig worden, aangezien de meeste voorspellingen pas afwijken vanaf 2040/2050 door de vertraagde reactie van het natuurlijke systeem op veranderingen. Dit betekent dat wij voor die tijd niet goed kunnen meten of het harder gaat dan verwacht of niet. Desalniettemin spreekt de minister met overtuiging dat zij zich volledig zal inzetten om Nederland actief te beschermen, en spreekt de ambitie uit dat Nederland voorloper wil zijn op het gebied van klimaatadaptatie wereldwijd.

Striktere targets noodzakelijk

In hoeverre de voorspellingen de nieuwe werkelijkheid zullen worden, valt te betwijfelen en is vooral afhankelijk of de landen wereldwijd hun Nationally Determined Contributions (NDC’s), het hart van het Parijse klimaatakkoord, zullen behalen. Recente studies laten zien dat de 2 graden ambitie(de ambitie om de opwarming te beperkt te houden tot hoogstens 2 graden in 2100) een lastige opgave wordt. Dit benadrukt dat extremere scenario’s van klimaatverandering realistischer worden van dag tot dag. Wat overschrijding van deze target inhoudt, is recent onderzocht door Merkel et al. (2018) en laat zien dat het vijf jaar verleggen van onze wereldwijde piekemissies zorgt voor een extra stijging van 30 cm voor het jaar 2300. Kortom, landen zullen zichzelf striktere en versnelde targets moeten opleggen om te voorkomen dat bepaalde tipping points bereikt worden met alle onomkeerbare negatieve gevolgen daarbij die daarbij horen.


Tweede Kamer uit zorgen over snelle stijging zeespiegel was originally published in Water, wereldwerk! on Medium, where people are continuing the conversation by highlighting and responding to this story.